Nu ik een beetje ben ingenesteld in mijn nieuwe appartement
was het tijd om weer iets leuks te maken. Een kostuumonderdeel, welteverstaan. De
opdracht was simpel: een pij. Ok, misschien niet zomaar een pij. Een pij dat
paste bij een personage voor Larp. Voor het personage had ik al eens eerder een jas versierd. De pij zou eronder komen. Simpel maar met stijl, was het idee. Dus
geen vuilniszak met een riempje er omheen.
Ik heb zo’n ‘inspiratiemuze’, die mij op de meest idiote
tijden bezoekt. Deze keer midden op kantoor. Het liet me niet los. Ik had een
idee en ik zou pas rust krijgen als ik het uittekende. Zo ontstond een haastig
getekend ontwerp. Nu worden mijn snelle balpenschetsen al gauw wat rommelig
(want ik kan niks uitgummen). Maar het idee was duidelijk genoeg.
Thuis liet ik mijn kantoorkunstwerkje aan de ‘opdrachtgever’
zien. Gelukkig was hij enthousiast. Ik besloot om de pij in diepblauw te maken,
met lichtblauw als contrastkleur. Daar ontstond
gelijk de volgende uitdaging. Ik had een basispatroon nodig. Het ontwerp was zo
strak en simpel, dat mijn bestaande basisblouses niet werkten. De meeste
herenblouses hebben achter een naad. Om met het lichaam mee te buigen. Die naad
wilde ik er niet in. Alleen wist ik niet zo goed wat een patroon nou zou doen
als ik ‘m zomaar zou weglaten.
Daarom vroeg ik mijn vriendin Annicke om hulp. Zij kan veel
beter patroontekenen dan ik. Samen brainstormden we verder over het kostuum. We
zaten al snel op dezelfde golflengte en zo kwam ze met een nog beter idee dan
lichtblauwe contraststof. Ze had een prachtige stof liggen voor bij de pij. Een
zelf ontworpen stof. Die ik mocht gebruiken voor het schuine tussenstuk. Het
had helemaal de juiste vibe. Gewapend met een passend basispatroon en de extra
stof keerde ik huiswaarts.
Een eenvoudig en strak ontwerp komt alleen tot zijn volle
recht als het ook strak in elkaar zit. Dus geen bobbelige naden of ongelijke
delen. Ik wilde het contrasterende stuk helemaal symmetrisch inzetten. Geen
ongelijke puntjes of een patroon dat niet lekker uitkomt. De contraststof
verstevigde ik met dun plakkatoen. De stof is rayon, dat als katoen voelt maar
het niet is. Het inzetten van het contrastdeel lukte goed en ik stond als een
klein meisje te dansen in mijn kamertje.
Ik was zelfs slim genoeg om vooraf te bedenken dat de pij
onder een redelijk strakke jas moest. En dat je dan nog wel eens van die
opstropende mouwen in je jasmouwen krijgt. Dus, dacht ik slim te zijn en een
soort… trompetmouw te maken. Strak om de pols met mooie knoopjes. Dat is het
deel waar het hele project bijna in de prullenbak belandde. Mijn beide naaimachines hebben een speciaal voetje
voor knopen. Eerst meet je met een knoop de maat af. Dan haal je een hendel
omlaag en de machine doet de rest. Ik hoef alleen maar bij te sturen. Simpel
toch?
Mijn nieuwe naaimachine is drie jaar oud. En het ding
lijkt nu al aan dementie te lijden. Telkens bij het laatste stapje in de
knoopsgatprocedure lijkt de machine te vergeten wat het ook al weer aan het
doen was. Het hangt vast in één steekje op één plaats. En zo ontstaat een
enorme knoop.
Ook mijn backupmachine gaf kuren. Op de teststof ging het
knoopsgat perfect. Op de mouw maakte hij telkens te kleine knoopsgaten. Terwijl
hij dus wel goed afgesteld stond. GRAH! Na de vierde uithaalpoging besloot ik
dat het dan maar een mouwloze pij moest worden. Tien minuten later zaten alle
knoopsgaten in de pij, dit maal op de juiste maat. Boos worden helpt soms.
Ik begrijp nog steeds niet waarom de machines doen wat ze
doen. Zeker m’n nieuwe machine stelde me teleur. Ik vrees dat ik er binnenkort toch echt mee
naar de naaimachinedokter moet. Desondanks is de pij helemaal af. En eigenlijk
wilde ik ‘m voor mezelf houden. Want hij zit zo lekker strak in elkaar. Helaas
voor mij is mijn ‘opdrachtgever’ er ook
heel blij mee…en eerlijk is eerlijk, het staat hem beter dan mij ;)
..ik kon het echt niet laten... |
- 22:14
- 1 Comments